kraaienjacht


Kraaienjacht

Tijdstip van bejagen
De beste tijd om kraaien te bejagen zijn de maanden juli, augustus en september, dan zijn de jonge kraaien net uitgevlogen, deze hebben dan nog weinig of geen ervaring en dus beter te lokken en onder schot te krijgen.
Voor het jonge wild en overige diersoorten is het voorjaar van groot belang om te overleven, daarom is het heel belangrijk om vóór en in het broedseizoen, als ook de kraaien genesteld hebben en al vast op het nest zitten te broeden, omstreeks eind maart/april, om de al verkende kraaiennesten te controleren, vooral als de bladeren nog niet helemaal op de bomen zijn, is dit gemakkelijker dan als dat je dat later doet.
 Hiervoor moet je je jachtveld goed kennen en vooral de plaatsen van de nesten weten terug te vinden, ook als de bladeren aan de bomen zijn.
Dit kun je dan het beste met 2 geweren doen, om er zeker van te zijn dat de kraai op het nest verjaagd wordt en pas vliegend van het nest geschoten wordt, dit om te voorkomen dat er ander vogels per ongeluk geschoten worden.
Het lukt daarna namelijk niet meer om het nest te kunnen benaderen, want de partner zit altijd op zijn uitkijkpost en zal de kraai van het nest laten vliegen voordat je erbij kunt komen. Dit kun je het beste 's-morgens doen, dan is het nog koud en zitten ze vaster op het nest, vooral als het warm is, verlaten ze in de namiddag gewoon het nest en tref je haar dus niet aan.
De beste resultaten zijn de zomermaanden wanneer de jongen net zijn uitgevlogen en deze dus zeer weinig ervaring hebben, bijvoorbeeld op een stoppel of pas gemaaid of geïnjecteerd grasland. Ook in september en oktober als de velden worden ingezaaid en bemest en er maïs geoogst wordt, zijn zeer goede resultaten te behalen.
Kraaien bejagen in de winter is duidelijk moeilijker dan in de zomer of het najaar.
De maanden november en december zijn met de moeilijkste maanden als het om de bejaging van de zwarte kraai gaat. In de regel moet de jager met een duidelijk kleiner tableau tevreden zijn dan in augustus tot en met oktober of in januari – februari.
Dat men toch ook in de maanden november en december goede resultaten kan boeken wil ik u graag aangeven door u één of andere belangrijke tips, die er toe kunnen bijdragen om uw jachtsucces te verhogen.
Het gebruik van lokkers in lage bomen en struiken/heggen geeft bij deze tijd van het jaar het voordeel dat zij reeds op grote afstand door de aanvliegende kraaien worden waargenomen en voor veilig worden aangezien. Hiervoor zijn boomsteunen te verkrijgen en ook aluminium liftstokken ( lifstsysteem). Dit systeem is ook heel geschikt voor de duivenjacht.

Camouflage belangrijk voor de kraaienjacht
Nylon camouflagenetten zijn de nieuwe trend en hebben zich al genoegzaam bewezen dat zij een goede camouflage bieden. Deze netten hebben een standaard hoogte van 1,42 meter en kunnen per meter vaak besteld worden. Wel dien je er dan voor zorg te dragen dat je een donkere achtergrond hebt, waar je niet door heen kunt kijken, door voor een struik of heg te gaan zitten of een zwaarder of dubbel camouflagenet te gebruiken, als je midden op een akker wilt gaan zitten

 

Lokkers

Je hebt normale plastic lokkraaien en de nieuwere geflockte lokkraaien in verschillende modellen zowel staand met hoofd gebogen of recht en ook vliegende kraaienlokkers. Deze zijn nu praktisch overal te verkrijgen deze kun je bestellen bij www.lokvogel.com via het internet.
Hoe meer kraaienlokkers je hebt hoe beter het is, daarmee kun je het lokbeeld goed variëren.
Je hebt namelijk verschil in diverse lokbeelden, die je dan ook regelmatig moet wisselen om de kraaien niet slim te maken, zeker als je regelmatig de kraaien bejaagt in het hetzelfde jachtveld.

Tijdstip van de dag;

Het tijdstip van de dag  je het beste kunt jagen op de kraaien, is als ze nog geen voedsel hebben gehad en dat is ’s-morgens vroeg bij het licht worden.
De hut wordt dan ook meestal in het donker opgezet en de lokkers worden dan uitgezet. Doe je dit later dan bestaat het gevaar dat je al bent waargenomen door kraaien die in de bomen zitten of komen aanvliegen.
Vooral de relatie tussen jager—lokbeeld---doden van soortgenoten moet je de intelligente kraaien zien te voorkomen, wil je later nog eens succes willen hebben met de jacht op hen. Dit wil niet zeggen dat op een later tijdstip dit ook mogelijk is. De late namiddag kan ook goed zijn, als ze nog voedsel gaan zoeken voor de nacht.

De plaats waar je moet zijn in je jachtveld voor een succesrijke jacht is zeer belangrijk en dient van te voren goed verkend te worden zoals; de slaap- en voedselplaatsen, de aanvliegroutes en kleine bosschages en heggen die zij gebruiken.
Dit moet je een paar dagen achter elkaar goed verkennen. Ideaal zijn die plaatsen waar je al een paar dagen van te voren groepen kraaien heb zien voedsel zoeken.
Bijvoorbeeld pas geoogst gras, peulvruchten, granen en maïs maar ook pas geïnjecteerde graslanden, mesthopen of omgeploegde grond en bij maïsvoedersillo's en verzamelplaatsen.

Wat je vooral moet proberen zien te voorkomen, is dat je bij hoge bomen gaat zitten, zodat aanvliegende kraaien, daar eerst kunnen gaan zitten om alles eerst te bekijken.
Vooral in de nazomer en herfst is het belangrijk om voor de juiste locatie voor de jacht op de kraaien op een paar bijzonderheden te letten.
Voor de kraaien is de tafel dan ook rijkelijk gedekt, de dagen zijn dan nog lang en vooral door de werkzaamheden van de boeren verandert de situatie in het veld dagelijks.
Daarom is het van groot belang om vlak voor de jacht nog eens goed je veld te verkennen omdat de vluchtlijnen bijna dagelijks ook hierdoor veranderen.

 

Variaties in het lokbeeld kunnen zijn;

Voedsellokbeeld,

Prooilokbeeld

Vijandlokbeeld


Wanneer je regelmatig een en de zelfde populatie kraaien bejaagd, is het van groot belang om de navolgende punten goed aandacht te schenken, om steeds succes te hebben.
Op de eerste plaats is het natuurlijk zeer belangrijk dat er een maximale camouflage is van de schadebestrijder en het juiste gedrag in de camouflagehut, ook nadat de jacht is beëindigd.
Door enige trucs en kneepjes toe te passen, kun je de kraaien weer verleiden om binnen schot te komen, als ze wat wantrouwend zijn geworden.
Door meer variaties in het lokbeeld aan te brengen. Het is daarom ook van belang om niet steeds het hetzelfde lokbeeld te presenteren, door bijvoorbeeld een meer of minder opgestelde lokkers bij voorbeeld in plaats van 15 stuks maar 5 stuks te gebruiken, kraaien zijn slim, "ze kunnen tellen”, het lokbeeld is dan weer geheel anders voor de kraaien.

Integratie in een voedsellokbeeld: zoals hierboven beschreven kan een prooisimulatie een succesfactor zijn. Leg bijvoorbeeld een doodgereden haas of konijn of een stuk reevel tussen de lokvogels en zet er 2 of 3 kraaien in pikhouding er omheen, dit groepje kun je aan de buitenkant van het lokbeeld intrigeren om de lokwerking te verhogen.
Je kunt de haas of het konijn ook in de diepvries bewaren maar dan moet je ze wel in de natuurlijke houding invriezen. Heb je dit niet dan kun je ook een witte zakdoek gebruiken, dit werkt vooral bij jonge kraaien. Als je er een geschoten hebt leg je die met de vleugels gespreid erbij neer in een cirkel. Dit is voor de andere het sein dat er om voedsel gebedeld wordt.
Het gebruiken van lokkersteunen: door 2 tot 3 hogere steunen (zwiepers) te gebruiken, waarop je gedode kraaien zo natuurlijk mogelijk opzetten, dus nooit de kop of de vleugels naar beneden laten hangen, ze mogen door, ze juist in de wind op te stellen, bewegen maar niet al te heftig.
Variatie van kraaien op de grond en hoger zittend, bijvoorbeeld in struiken /bomen of prikkeldraad: zet 3 tot 6 kraaien in de bomen of hoge struiken of op weipalen of het prikkeldraad en de rest van de lokkers op de grond. Ook hier kun je het prooilokbeeld aan toevoegen. Dit is vooral in de winter en het voorjaar als geen bladeren aan de bomen en struiken zijn, effectief.
Presentatie op verschillende ondergrond: bijvoorbeeld wanneer je de kraaien steeds bejaagd hebt op een stoppel, dan kun je dat variëren door de lokkers op een dichtbij gelegen wei- of grasland te zetten. Het lokbeeld van de lokkers is dan weer geheel anders, zeker door weer 3 of 4 lokkers op weipalen te zetten, dit verhoogt weer de zichtbaarheid en zo krijg je weer een natuurlijklokbeeld.
Voor alle situaties geldt; ben creatief in het gebruik van je lokkers, oriënteer je op de natuur en neem vooral goed waar hoe de kraaien zich gedragen in het veld en speel daar zo goed mogelijk op in, dan kun je ook bij een hoge jachtdruk nog steeds succes hebben.
Vijandlokbeeld en geluiden lokfluit

Voor vijandlokbeeld kun je gebruik maken van een dode kraai die je bij opgezette uil of roofvogel of vos of een plastic Oehoelokker zet daarom heen zet je een paar kraaien zo'n meter of 5 vandaan en indien mogelijk ook een paar in een boom of struiken.
Hierbij kun je dan goed een kraaienlokfluit gebruiken om de kraaien hierop opmerkzaam te maken, door verschillende lang getrokken kraaien geluiden Kraaaaaaaaaaaaaii, Kraaaaaaaaaaaii, dit is voor hen het contactgeluid.
 Hebben ze de vos of de predator ontdekt en gaan ze op een honderd meter er vandaan zitten, dan gebruik ik de waarschuwingsroep, dit zijn korte geluiden, kraai-kraai-kraai–kraai, dit laat de kraaien dan opvliegen en de omgeving verkennen, lukt dit niet direct dan laat ik de waarschuwingsgeluiden langer en luider klinken.
Deze waarschuwingsgeluiden kun je ook zelf goed waarnemen, als je kraaien boven het veld ziet vliegen en voortdurend dit geluid krast.
Zoals bij ieder lokmiddel moet je het op het juiste moment gebruiken, dan werkt het. Hier geldt vooral dat je die geluiden dient te beoefenen om de juiste tonen te kunnen laten horen op jacht.

Gebruik goede apporteur (jachthond)
Belangrijk is het om niet zelf gezien te worden, bij het binnenhalen van de geschoten kraaien, een goede apporteur is hierbij van groot belang, om de kraaien snel binnen te brengen in de schuilhut.
Ligt er een kraai op de rug dan zullen ze gelijk afzwaaien en de zaak niet meer vertrouwen.
Ga je de schuilhut verlaten en ze zien je, dan moet je vooral niet meer op kraaien schieten die in de buurt komen, want ook dat is dan voor hen een relatie met gevaar.

Welke hagelpatronen zijn het meest geschikt voor de kraaienjacht?
Natuurlijk is het van belang om de juiste patronen en hageldikte te gebruiken om de kraaien op een goede en snelle wijze te doden.
 Het is nu wel genoeg bekend dat je niet altijd zware hagel moet gebruiken maar wat lichtere die een betere dekking heeft, maar wel genoeg slagkracht heeft.
Voor de kraaien is een staalpatroon hagel nummer 12/70-76 5 van 32 gram naar mijn mening de meest geschikte patroon.(voldoende dekking en slagkracht).
Je kunt natuurlijk altijd een 12/70-76 nr. 4 van 36 gram patroon gebruiken, maar die zijn vaak weer duurder.
 Je moet hagelpatronen maar eerst uitproberen op stuk karton waarop een vlak tekent van 40 bij 20 cm, dat is ongeveer de grootte vaneen kraai.
Als je de kraaien dicht genoeg laat naderen is 32 gram meer dan voldoende met hagelnummer 5. Dus goede dekking en slagkracht is het belangrijkste.

 


Hoofdpunten jacht op kraaien
Tijdstip van het jaar: kan het gehele jaar door bejaagd worden, bijzonder effectief in de zomer en herfst op de jonge kraaien en in de winter op sneeuw en in het voorjaar als ze beginnen met broeden

Tijdstip van de dag: de gehele dag mogelijk, maar het meest succesvol in de vroege morgen en in de late namiddag/vroege avond.

Waar in het jachtveld: Vluchtroutes en vooral de slaapbomen verkennen en de actuele verzamelplaatsen bepalen. Heel attractief zijn pas bewerkte velden, en velden waar pas mest geïnjecteerd is, gemaaide wei/graslanden, maïsvoedersillo’s, vuilnisstortplaatsen, kleine bosjes, heggen of bossages

Camouflage: Het belangrijkste bij de kraaienjacht, alle lichte en blinkende delen zoals, haren, handen, gezicht/ogen mogen niet of niet duidelijk zichtbaar zijn. Geweerlopen zoveel mogelijk achter de dekking houden of geweersok gebruiken. Het gebruik van een schuilhut en indien mogelijk voor voldoende bovendekking. Een snel op te stellen camouflagescherm of schuilhut is dan erg gemakkelijk.

Gebruik lokkraaien: Hoe meer hoe beter, wanneer je deze vaker in je jachtveld gebruikt, steeds verschillende opstellingen en wijze van bejagen (voedsel, lok- en vijandbeeld), locaties en aantallen gebruiken. "kraaien kunnen tellen"

Wapengebruik: je geweer pas gebruiken/schouderen als de kraaien echt binnen schootsafstand zijn, dit kun je goed bepalen door de lokkers goed binnen schootsafstand te plaatsen en als ze er boven zijn dan pas reageren.

Gedrag: niet meer als 2 schutters per schuilhut, altijd pas bewegen in de schuilhut als de kraaien binnen schootsafstand zijn. Belangrijk is het vooral om niet gezien te worden. Stop je met de jacht en je bent buiten de schuilhut dan mag je niet meer op kraaien schieten.

Gebruik hond: Een goede apporteur die rustig is in de schuilhut is van groot belang om de geschoten kraaien direct op te kunnen halen, zonder zelf gezien te worden. Dit pas doen als er geen kraaien te zien zijn.

Geweren: Jachtgeweer Kal 12, halfautomaat lange loop 76 cm of met half of driekwart of full choke hebben de voorkeur. Een jachtgeweer met verwisselbare choke is dan gemakkelijk

Munitie: de zwarte kraai is een taaie vogel en dient dus goed geraakt te worden voordat hij valt. Daarom is goede dekking en slagkracht van de te gebruiken patronen van belang. Dus minimaal 32 gram of een 36 gram 12/70 of 12/76 patronen met hagel nummer 5 of 4 zijn dan effectief.

Bronvermelding: http://www.wbesusterengraetheide.nl/kraaienjacht%20tips. Piet Croughs



De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.